Op een vroege decemberochtend
onder de indigoblauwe winterhemel
die we het blauwe uur noemen
nog voor men naar zijn werk gaat
belandt ze op straat.
Ze kwam gewoon omlaag vallen.
Dat kan niet, zei iedereen.
Maar daar trok zij zich niets van aan.
Ze ruimen op wat van haar overblijft.
Maar dat is pas veel later.
En ook niet zo belangrijk.
In Indigo: een epiloog zijn we getuige van de laatste seconden in het leven van een kamerplant die van tien hoog op de straat belandt. We worden als voyeur betrokken bij korte, vervreemdende momenten in de levens van anderen. En ondertussen verliezen de spelers zich in consequentieloze dialogen. De voorstelling wordt zo een mozaïek van ogenblikken, die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, maar toch onlosmakelijk verbonden zijn. Is ons leven - of dat van een kamerplant - niet precies zo'n opsomming van momenten?
Tekst: Davida Blom, Koen van Seuren, David Westera
Spel: Davida Blom, David Westera
Regie: Koen van Seuren
Adviezen: Simon Versteeg